De gedeelde spiritualiteit van de vrouw-en-geloofbeweging is verleden tijd, spiritualiteit is geïndividualiseerd - zegt men. Geen vrouw meer te vinden voor actie tegen onrecht, uitbuiting en onderdrukking, voor woede, strijd en verzet. In de vrouw-en-geloofbeweging wordt de balans opgemaakt in een reeks van bijeenkomsten, jubilea, opheffings- en afscheidssymposia. Vrouwen zijn nog steeds betrokken en geïnteresseerd, toch bloeit de beweging niet meer. De beweging wordt minder herkenbaar. Individuele vrouwen gaan hun eigen weg, zij stellen hun eigen pakket spirituele ontwikkeling samen. Ieder zoekt haar eigen heil, voor anderen op soms onnavolgbare wijze. Voor een buitenstaander lijkt het een doe-het-zelf geloof, een eclectisch knutselwerk van leven en leer. Maar er tekent zich een nieuwe tendens af. Wat voorheen ondenkbaar was wordt nu aangegaan. Kijk maar: op een kerkelijk centrum volgen feministen een Cursus in Wonderen, actievoersters doen aan zenmeditatie en tarotlezen, voorvechtsters van 'De Heer - dat kan niet meer' vieren met genoegen de Heilige Eucharistie en een politieke lesbo huwt een illegale man.
Daarin volgt de vrouw-en-geloofbeweging een maatschappelijke trend. Ook Groen Links praat met het CDA over de overeenkomsten tussen hun partijen. Niet gehinderd door loyaliteit aan oude kaders en vijandschappen, niet tegengehouden door een vaste identiteit worden nieuwe verbindingen gezocht. En van binnenuit gezien is het pad logisch. Wat is dat voor maatstaf die zegt dat een feminist bij de aloude thema's betrokken moet blijven om herkenbaar te zijn voor haar 'zusters in de strijd'?
Wie oordeelt met welke maatstaf?
individualisme en het eigen pad
De werkgroep Nieuwe Religieuze Bewegingen van de Katholieke Raad voor Kerk en Samenleving heeft uiteengezet hoe het individualisme van religieuze mensen gegroeid is en eruit ziet. Alle mensen handhaven zich in tegenstrijdige werelden en zoeken hun eigen authentieke pad. Ieder mens schrijft haar eigen levensverhaal, steeds weer opnieuw en probeert de zin van haar eigen leven te verwoorden. Godsdienstige tradities en hun vertegenwoordigers genieten geen gezag meer. De oude vanzelfsprekendheid is weg. Om je te verbinden aan een kerk of beweging moet je een individuele keuze maken, zelfs een onderwerping aan een traditionele kerk is tegenwoordig gebaseerd op een keuze. Dat is ons individualisme. Individualisme is dus niet synoniem met egoïsme, ook al lijkt dat in de volksmond wel het geval. Individualisme houdt in dat alles wordt teruggevoerd op individuele beslissingen. Het kost ons moeite, maar toch willen we ook niet anders meer dan zelf verantwoordelijk zijn voor onze keuzen. De basis van individualisme is dus de wetenschap dat je zelf moet kiezen en dat je zelf ook de consequentie van je keuzes dient te dragen; de steun van een groep duurt zolang je erbij hoort.
ten onder aan eigen succes
De vrouw-en-geloofbeweging heeft de afgelopen twee decennia flink bijgedragen aan de trend die de KRKS signaleert: de individualisering van geloof. En nu wordt zij zelf ook door de trend ingehaald.
De vrouwen die in de vrouw-en-geloofbeweging actief waren zijn meer en meer individueel op het spirituele pad. Dat is niet verwonderlijk want de vrouw-en-geloofbeweging is altijd een bewustwordingsbeweging geweest. Geïnspireerd door vormingswerk, door praten in groepen, door herkenning in elkaars verhalen, werden we ons bewust van de invloed van structuren in ons bestaan. En veel activiteit bestond er voornamelijk uit onszelf en andere vrouwen bewust te maken en te werken aan gehoor buiten onze kring. Er is veel aangekaart: van vergeten vrouwen tussen mannelijke vanzelfsprekendheid tot seksueel misbruik in vertrouwensrelaties, van mannelijke symboliek en taalgebruik in de liturgie tot het bewustzijn dat eigen klasse en kleur onze waarnemingen en ideeën bepalen.
Het gebied van bewustwording is verzadigd. Lange tijd heeft de vrouw-en-geloofbeweging gewerkt aan de bewustwording van onszelf, andere vrouwen, mensen in de kerk. Op een gegeven moment is de boodschap verkondigd, wie het heeft willen horen heeft het gehoord.
De vrouw-en-geloofgroepen zijn uitgepraat, de grote golf van herkenning en invloed is voorbij en werkt zoetjes aan, in afgeslankte vorm, door in het alledaagse leven. Oftewel: de beweging is ten onder gegaan aan het eigen succes.
De invloed van structuren in het bestaan is dus aan het licht gekomen. We hebben, zo goed en zo kwaad als dat kan, ons van die structuren proberen te bevrijden. Door je van je onvrijheid bewust te zijn, maak je je in zekere zin al vrij van de structuren. Je wordt er niet meer onbewust door bepaald maar je kunt je ertoe verhouden.
Vooral van de mentale structuren hebben we ons bevrijd. Van de ermee gepaard gaande organisatorische kerkelijke machtsstructuren niet. We zijn die een beetje gaan bestrijden, dat wil zeggen, we hebben ons er vooral van los gemaakt toen het veranderingsproces niet zo snel ging. Om kerkelijke structuren zijn we elegant heen gegaan, een paar prikken uitdelend, zonder revolutionair nieuwe vormen tot leven te hebben geroepen. We hebben geen tegenkerk opgericht, geen nieuwe instituten, amper organisaties of groepen die maatschappelijke alternatieven bieden voor zaken als armoede, machtsmisbruik. En misschien was het feit dat onze groepen zo koesterend waren daar wel debet aan: waarom kiezen voor meer formele organisatievormen als we onderling elkaar zo goed begrijpen?
Vervolgens zijn vrouwen individueel hun levenspad en spiritueel pad verder gaan vormgeven. En dat is maar goed ook, het wordt tijd dat vrouwen uit de bescherming van groepen stappen en op eigen benen staan. Zij hebben zelf hun ontwikkeling ter hand genomen en zich onafhankelijk gemaakt van anderen. Dat is een van de prachtige verworvenheden van het feminisme: dat vrouwen zelf hun wereld en betekenisgeving ter hand nemen en vormgeven. Dat kan niet anders dan op individuele basis. Zeuren dat het een doe-het-zelf geloof is geworden is klagen dat we hebben bereikt wat we wilden.
de binnen- en buitenkant van spiritualiteit
Spiritualiteit heeft twee kanten, onlosmakelijk verbonden, maar apart benaderbaar. Ik noem het voor het gemak de binnen- en de buitenkant. De binnenkant is het inoefenen. Er is geen spiritualiteit zonder persoonlijk inoefenen, de praktijk van bidden, meditatie, inkeer, aandacht, jezelf leren kennen, doorvoelen van je kracht, je gekwetstheid en onvermogen, je heftige wens te ontsnappen of gered te worden, je rust en het voedende contact met de dragende grond van je bestaan. Bij dat inoefenen horen vormen: bidden, mediteren, yoga of andere vormen van een zich herhalende spirituele praktijk.
Inoefenen en uitoefenen staan niet los van elkaar. Je kunt niet eerst alles goed inoefenen voor je gaat uitoefenen. Die poging is vruchteloos, je kunt oefenen tot je een ons weegt. De gebrokenheid van de wereld vraagt om bezield handelen, altijd, elk moment. Inoefenen dat niet met bezield handelen gepaard gaat blijft een stijlvorm.
Maar het inoefenen, de spirituele praktijk van bidden en mediteren, overslaan omdat solidair handelen vanzelf spiritueel zou zijn, is fataal. Zonder openheid voor de wereld die ruimer is dan je ideologie vervalt je wilskrachtig handelen tot moralisme. In de daden van je dagelijkse leven toon je met je wilskracht wie je wil zijn. Tegelijk verraadt de manier waarop je die daad stelt wie je ten diepste bent, wat je geleerd hebt van wat je is overkomen. Heb je hart voor wat je doet, hart voor de mensen waarmee je te maken hebt?
Vrouwen in de vrouw-en-geloofbeweging hebben altijd die passie gehad: hart voor de zaak. En daar dreigen twee valkuilen: we neigen te snel de verschillen te willen overbruggen vanuit betrokkenheid uit ons hart, en we neigen te snel te willen handelen vanuit rationele analysen. We fixeren ons op onze eigen inzichten, analyses en standpunten.
Je woede om onrecht wordt agressie als je niet meer open en kwetsbaar ten opzichte van je standpunten en strijdpunten staat. En agressie en verkramping verleidt tot reactief gedrag. De spiritualiteit van een politiek die enkel gebaseerd is op analyses, standpunten en strijdpunten is die van een gesloten hart.
Spiritualiteit zorgt dat je in contact blijft met je basisinspiratie, de basisleegte van het bestaan. Door het inoefenen, het mediteren, de rituelen leer je de belichaamde kant van mededogen kennen, die van de buik: een verdieping lager dan de vereenzelviging van het hart en twee verdiepingen lager dan rationele analyses. Je gaat voorbij aan de bekende kaders, rollen, houvasten. Je leert met aandacht vanuit je hart en met de kracht en woede in je donder, je op jezelf en anderen te betrekken. Tegelijkertijd ben je je bewust van het verschil, de distantie tussen die ander en jou.
Je haalt je motivatie voor solidariteit niet meer uit puur medeleven of omdat je vindt dat je iets moet doen, dat we solidair moeten zijn met alle onderdrukten bijvoorbeeld. Spiritualiteit leert je dat je niet moet proberen te snel mededogend te zijn. Het is niet bestendig. Je houdt zo'n soort solidariteit niet vol, omdat je het probleem eigenlijk zo snel mogelijk wilt oplossen. Spiritualiteit leert je 'alleen maar' je toe te keren naar wat je weg wil werken, waar je eigenlijk van weg wilt. Zie wat er voor je ogen gebeurt, blijf er bij, ook als je geen oplossing weet. Die weg te leren gaan heet een spiritueel pad gaan.
Alleen uit doorleefd weten van lijden en onrecht, alleen uit contact met mensen in verdrukking en aandacht voor de verschillen en de onoplosbaarheid van onrecht, rijst duurzame betrokkenheid op.
innerlijke cultuuromslag
Wat gebeurt er nu in die individueel gerichte spirituele training? Laten we eens kijken naar het vrouwenprogramma van De Tiltenberg , omdat ons centrum een van de weinige bezinningscentra is waar feminisme en spiritualiteit een peiler is van het beleid.
In iedere retraite is er sprake van het aanboren van je eigenheid, voor het uiting geven aan eigen ervaring, kwetsbaarheid en kracht.
In de retraites van Petra den Dulk onderzoeken vrouwen (en een enkele man) waar haar verlangens naar uitgaan, wat zij nu eigenlijk zelf willen. Gekwetstheid wordt aangeraakt, mildheid ontwikkeld. Zoe White geeft retraites waarin de overgave aan een onbekende weg wordt geleerd en waar contemplatie je leert je van je competitieve drang te bevrijden. Jantien Westerhoff gaf een cursus waarin vrouwen leerden oude ingesleten patronen en vertrouwde maar niet meer gewenste rollen los te laten. Klara Adalena gaat met vrouwen de uitdaging aan: wat is de passie achter je verlangens, waar is je oerkracht als vrouw. Het oproepen van de godinnenlijke dimensie geeft levenskracht en inspiratie.
Vrouwen die haar weg zoeken in het aanbod volgen misschien nu eens een cursus godinnenrituelen en dan weer een zenmeditatie-retraite of cursus bibliodrama. Een cursus mag geen toverbal zijn, die in ieder onderdeel weer een geheel ander kleurtje laat zien. Ieder programma moet afzonderlijk een consistent geheel van leerervaringen aanbieden en een verdieping geven aan het spirituele pad. De retraites werken aan de innerlijke cultuuromslag, je echt bevrijden van de beelden die je op een plek houden. En dan wordt de verbinding met de 'uitoefening' weer gelegd, met de eigen levensopdracht: waar zet jij je hart en ziel voor in.
In de retraites worden de feministische inzichten verdiept, doorleefd en de eigen patronen en ideeën getransformeerd naar ruime krachtiger wegen. Het ontstane bewustzijn wordt zo nog een graadje individualistischer. Was de vrouw-en-geloofbeweging een steun om je eigen weg te gaan in je leven en je kerk, de volgende stap is dat je je gaat losmaken. De koesterende aanwezigheid van een warm nest van gelijkgezinde vrouwen, van gezamenlijke groepsspiritualiteit kan verstikkend worden.
Door de verdiepte meer individualistische spiritualiteit ga je anders in groepen staan. Je motivatie haal je niet meer uit zorg voor elkaar en het verlangen naar een gemeenschap van gelijken. Het vraagt een sterke motivatie, een grote innerlijke kracht om in groepen actief te zijn zonder ervan te leven, om verantwoording te nemen zonder dat de groep om je heen je altijd weer bevestigt. Vooral voor vrouwen is het een grote stap om hun koesterende kracht en hun drang bevestigd te worden niet altijd voorrang te geven.
Daarom is misschien juist bij vrouwen de neiging sterk om zich weer los te maken van groepen of kerkgemeenschappen of spirituele bewegingen, zoals de vrouw-en-geloofbeweging. Want het kan knap lastig zijn om in een naar consensus neigende groep actief te blijven. Je moet de zuigkracht van de groep en je eigen verlangen naar herkenning en koestering opgeven om op een meer individualistische manier samen te kunnen blijven werken.
onderhuidse herorientatie
De vrouw-en-geloofbeweging startte als een beweging die vragen stelden aan de inzichten van de kerk en eindigde in het ijken van de kerk aan haar inzichten. We hebben de inperking van instituten en kerken overwonnen. Geen kerk, school of beweging heeft nog langer het patent op zin en richting. Het alleenrecht op rituelen en religieuze symboliek is verbroken. We hebben levenslange, zelfs generatielange loyaliteit aan wie de macht van het gezag bezit ter discussie gesteld. We zijn we gaan zien dat er meer waarheid is in meerdere vormen en structuren.
Maar daarmee hebben we dus ook het bestaansrecht van de vrouw-en-geloofbeweging en haar groepsspiritualiteit tijdelijk gemaakt. Ze is niet perse noodzakelijk. In de vrouw-en-geloofbeweging kunnen we dat: nieuwe inzichten en kritiek toelaten. We kunnen dus ook uit de beweging stappen, overstappen of verzaken. Dat kan pijnlijk zijn, met ruzie gepaard gaan, maar de beweging is een middel, geen doel.
Wat blijft er zo nog over van een vrouw-en-geloofbeweging? Ze zijn er, de groepen, vrouwencentra, vrouwenvieringen, platfora, synodes maar op dit moment is er nog geen echte vernieuwende impuls van binnenuit. De vloed ebt weg.
Geen enkele structuur is bestendig gebleken. Het is onze kracht en onze zwakte. Vrouwen zoeken eigen kracht en authenticiteit, maken zich los van vanzelfsprekendheden, beoefenen standvastigheid en zachtheid. We zijn sterk op onszelf teruggeworpen en daarbij hoort ook de eenzaamheid van de individualiteit, het toch doorgaan in wat je belangrijk vindt, ook zonder applaus.
Nieuwsgierigheid leidt uiteindelijk tot een persoonlijk kerkelijk en spiritueel mozaïek. Want ondertussen vindt er onderhuids heroriëntatie plaats, herschikking van inzichten, aanboren van nieuwe kwaliteiten. Ondertussen zijn er nieuwe thema's: het nabij zijn aan dood en rouw, de zorg voor 'autonome afhankelijken', gastvrijheid voor (vrouwelijke) vluchtelingen en illegalen. Er ontstaan nieuwe verbindingen van individuele vrouwen: het over de grenzen van religies kijken, zakelijk en marktgericht denken, internet en internationale verbindingen, een adviesfunctie van feministen voor het kerkelijk kader.
Deze ontwikkelingen zijn niet zo zichtbaar omdat ze nog individueel zijn. Er is dus een goede kans dat ze bij gebrek aan grond om te wortelen weer oplossen in het niets. Maar er kunnen ook nieuwe organisatievormen ontstaan of nieuwe samenwerking met de bekende kerkelijke of seculiere organisaties als we ons bewust zijn van onze weerstand tegen de oude structuren. Nieuwe coalities zouden we niet alleen individueel en privé aan moeten gaan maar ook in het openbaar en formeel. Het kan, als we de uitdaging zien om te werken in niet ideale, niet altijd luisterende en voedende omgevingen. We zijn sterk geworden, dus laten we dat uitoefenen!
Laten we in ieder geval oppassen de nieuwe items te snel te thematiseren als onderwerpen voor thema-avonden om onder elkaar over te denken en praten of om onder elkaar actie voor te voeren. Bij de 'nieuwe spiritualiteit' hoort een diepe persoonlijke betrokkenheid en individuele verbinding de wereld in.
Klampen we ons vast aan de ons bekende oude vormen en strijdthema's? Of durven we erop te vertrouwen dat de kracht van de vrouw-en-geloofbeweging terug zal keren in nieuwe vormen?
Diana Vernooij is directeur van De Tiltenberg, centrum voor bezinning en meditatie te Vogelenzang en voorganger in basisgemeente De Duif te Amsterdam.